Een uitweg uit schuldgevoelens.

Toen ik een jaar of 1 2 was, struikelde ik in de porno-val. Samen met de heel normale innerlijke chaos, die je als jeugdige hebt. Zonder er enige notie van te hebben, wat er binnen dit bereik allemaal was, stootte dit mij enerzijds af, maar anderzijds fascineerde het me. Er was iets in me, dat aangenaam leek, maar dat tegelijkertijd met veel schaamte gepaard ging. Ik kon weliswaar mijn hele leven heel goed met mijn moeder over alles praten. Maar om porno of zelfbevrediging tot gespreksthema te maken, was voor mij desondanks absoluut taboe. Als mijn moeder dat destijds te weten was gekomen, dan had ik me in de waarste zin van het woord, dood geschaamd.

Mijn schaamte werd verstrekt door het feit, dat ik sinds mijn 6e jaar in Jezus geloofde, en ik altijd een actief lid in de parochie was. Ik was er van overtuigd, dat ik ziek was, want als iemand een probleem met porno heeft, dan toch zeker mannen. Lang geloofde ik, dat ik waarschijnlijk de enige “pervers” aangelegde vrouw zou zijn. Ook als ik complimenten over mijn uiterlijk kreeg, kon ik ze nooit aannemen en geloven. Daarentegen dacht ik: “Als deze persoon zou weten, wie ik werkelijk ben, zou ze me zeker deze complimenten niet geven.” Ik zat in een duivelskring: Mijn schuldgevoelens en spanningen probeerde ik door zelfbevrediging en wegdromen in erotische fantasieën af te doen. Zulke, fantasiewerelden zijn typisch iets voor vrouwen. Alleen door liefdesromannetjes met expliciet beschreven liefdesscenes consumeren ze heel veel meer porno, dan ze zich kunnen voorstellen.

Afhankelijkheid van porno hoeft dus niet beperkt te zijn tot het actief consumeren van harde porno. Het kan ook betekenen, dat je je met zelfbevrediging kunt verliezen in erotische fantasieën.

Mijn eigen genezing begon er tenslotte mee, dat ik met God eerlijk over mijn probleem begon te praten. Het bewustzijn, dat Jezus werkelijk voor alles gestorven is, heeft mij zoveel gesterkt, dat ik me op een gegeven moment tegenover een goede vriendin kon uitspreken. En dat was niet het einde van onze vriendschap, maar die werd juist dieper en eerlijker. Deze vriendin was het ook, die me er telkens weer op wees, als ik weer eens op eigen kracht iets wilde bereiken. Een fout, die velen maken, die uit deze duivelskring willen ontsnappen: Ze smeken God om meer kracht, om deze zonde te kunnen weerstaan, en verwonderen zich, dat dit niet altijd werkt. Ook ik probeerde deze weg zonder succes.

De wortel voor deze zonde vond ik, toen ik op reis ging in mijn eigen binnenste: Ik ben in een heel beschermd gezin opgegroeid, waarin nauwelijks ruzie voorkwam. Daarom had ook nooit geleerd, om met mijn negatieve gevoelens om te gaan. Omdat ik mij vroeger bij conflicten innerlijk terugtrok, leerde ik nu om te vechten, en negatieve gevoelens op gepaste wijze te vertellen. Pas toen ik leerde om te vergeven, om vergeving aan te nemen, en echte vriendschappen kreeg, nam mijn innerlijke spanning af. Het bewijs voor mijn genezing zie ik intussen daarin, dat ik me daar niet meer voor schaam.

Overigens weet mijn moeder er inmiddels ook van. In de laatste jaren is gebleken, dat ik niet de enige vrouw ben, die problemen met het thema porno had, ofschoon vaak, als het om porno gaat, er alleen voorbeelden van mannen genoemd worden. Alle vrouwen, die ermee te maken hebben, zou ik willen zeggen: Je bent niet alleen! Er is een weg, om de schaamte te doorbreken. En er komt een tijd, dat ook vrouwen hun vrouwelijkheid in vrijheid  kunnen beleven, zoals het in het begin door God bedoeld is.

Suzanne Bohm