Mike-Het begon met badkleding

Ik ben in een Christelijke omgeving opgegroeid, en geloofde al in Jezus op zeer jonge leeftijd. Desondanks waren er problemen in ons gezin, inclusief seksueel misbruik, en om dat van me af te zetten, gebruikte ik seks als troost en liefde.

Het begon met badkleding in een blad, playboy, en zelfbevrediging, maar ging daarna over in harde porno, losbandigheid, seks met prostituees en echtbreuk. Op deze weg verstoorde ik een gezin van vijf personen ( als vrijgezel beging ik echtbreuk met een gehuwde moeder met drie kinderen, en speelde een grote rol in de vernietiging van haar gezin), deed ik een geslachtsziekte op bij een vrouw die ik in een café ontmoette, en later, als Christelijke echtgenoot, verloor ik bijna mijn eigen huwelijk.

Twee jaar na mijn huwelijk begin ik echtbreuk met een prostituee. Uit ervaring weet ik, dat echtbreuk een traumatische ervaring is: niemand, die er mee te maken heeft gehad, komt er zonder grote pijnen en stress vanaf.

In 1986 merkte ik, dat God mij uit dit leven van uitspattingen terugriep. Ik nam afstand van drugs en het leven met feesten, ging weg bij een vriendin, met wie ik tot dan had samengewoond, en stopte met afspraakjes met meisjes, die niet Christelijk waren. Maar wat ik ook probeerde, ik kwam niet van de porno en de zelfbevrediging af.

Ik was er zeer bedreven in, mijn bezetenheid van seks voor iedereen verborgen te houden, inclusief mijn echtgenote. Op kantoor was ik een succesvolle zakenman, die altijd het juiste deed, in mijn parochie was het gemakkelijk, alle theologisch juiste woorden te gebruiken, die verwacht werden, en bij iedereen de huichelachtige indruk te geven, dat ik een fantastische Christelijke man was.

Overdag was ik een Christelijke Dr. Jekill, die ’s nachts, als er niemand keek, veranderde in een seks-verslaafde Dr. Hyde. Het probleem was alleen de verschrikkelijke schaamte en de eenzaamheid, die op elke Dr. Hyde ervaring volgde, en die mij van binnen opvrat. Een dubbelleven vergt zeer veel kracht, tijd en energie.

Omdat er in onze parochie nauwelijks iemand over porno sprak, meende ik, dat ik de enige was, die met seksuele verslaving te maken had, en wat mij nog aanmoedigde, om mijn donkere kant verborgen te houden. Daardoor kreeg het verlangen nog meer macht over mij, en mijn zoektocht naar “meer en betere” seksuele fantasieën ging nog intenser verder.

In 1990 probeerde ik in mijn parochie hulp te krijgen. Ik nam samen met mijn vrouw (we waren net een jaar gehuwd) deel aan een seminar voor echtparen, en ik besloot, een gesprek aan te gaan met een gespreksleider over mijn strijd met mijn lusten.

Nadat ik hem van mijn probleem verteld had, zei hij: “Stop er gewoon mee. Gewoon stoppen”. Toen ik deze woorden gehoord had, ging ik vertwijfeld weg: Ik was er te zeer mee vergroeid, om “gewoon te kunnen stoppen.”

In 1991, twee jaar na de huwelijkssluiting met mijn nietsvermoedende, jonge, Christelijke bruid, pleegde ik echtbreuk met een prostituee, en bereikte een van mijn vele dieptepunten. De pijn motiveerde mij, om naar hulp te verlangen, en ik zocht naar vrijheid van mijn seksuele verslaving.

Negen jaar lang ging ik naar een “twaalf stappen therapie groep”, gebruikte 13 jaar zielzorg ( ja, bij Christelijke geestelijken), las boeken, en nam deel aan conferenties. Ik belde met een geestelijke van een organisatie van Billy Graham, en vroeg hem, voor mij te bidden.

Er werden duivels bij mij uitgedreven, en ik werd gehypnotiseerd. Die hele tijd bad ik dagelijks en las in de Bijbel: Vaak zei ik tegen God: ”O Heer, vergeef me asjeblieft, en neem deze kwaal van me af.”

Al deze zaken brachten mij tijdelijk verlichting, maar niet de vrijheid, die ik zocht. Uiteindelijk werd mij duidelijk, dat ik iets onmogelijks verlangde, en dat door mensen gemaakte programma’s mij niet konden bieden, wat ik zocht, namelijk een nieuw hart. Ik was verhongerd naar liefde, leeg, ellendig, en eenzaam.

In januari 1999 gaf ik het op. “Stappen doorlopen”, zielzorg, boeken, Bijbelkennis, en al het andere hadden me niets gebracht- het verlangen naar wellust regeerde nog steeds mijn leven. Ik presteerde het, om drie tot zes maanden geen porno te bekijken, maar dat was wel het uiterste.

Mijn verstand werd gekweld door seksuele fantasieën en beelden. In een ogenblik van vertwijfeling maakte ik de levende God tot mijn laatste en enige hoop, en zei zoiets als: ”Heer, of je veranderd mijn hart en toont je de God, die je zegt dat je bent, die levens veranderen kan, oftewel alles met een Christelijk leven, daar deugd niets van.” Als de Heer mij niet zou veranderen, was er geen hoop meer.

De Heer nam mijn smeekbede ter harte, en leidde mij op een heel speciale manier. Eerst moest ik van de wellust weglopen, met alle kracht. Geen spelletjes meer, geen knipogen daarmee. Ik vermeed om alleen te zijn, alsof mijn leven ervan afhing, en propte mijn leven vol met andere mensen. Dat betekende elke dag en elke week talloze telefoongesprekken, samen eten en ontbijt, en talrijke ontmoetingen.

Een van de zaken, die mij in de “twaalf stappen groep” ten val gebracht had, was hun “standaard van zuiverheid”, die alleen op het lichamelijke vlak betrekking had. De Heer toonde mij, dat als ik me er op concentreerde, alleen lichamelijk “clean te blijven”, dat ik mijn doel mijlenver zou missen. Gods standaard voor seksuele reinheid is: “Geen verlangen in het hart” te hebben.

Dit reikt verder dan alleen fysiek handelen (zie Mattheus, hoofdstuk 5). Naar menselijke standaard kon ik best verlangen in mijn hart hebben, en desondanks “clean blijven.” Maar Gods standaard voor seksuele reinheid, de reinheid van het hart, was voor mij uit eigen kracht onmogelijk te bereiken, wat mij weer dwong, volkomen op God te vertrouwen, met alles wat ik had. Ik kon niet meer op programma’s en wetenschap vertrouwen. Ik begon Hem meer te vertrouwen, en schatte alles, wat ik dacht te weten, veel geringer in.

De Heer zorgde er voor, dat ik een fundamentele verwonding door mijn vader kon plaatsen, een zaak, waarvoor ik altijd weggelopen was, en Hij heelde de wond met hulp van een andere man, waardoor een zware last van pijn, angst, en afwijzing, die mijn hele leven op mijn hart gedrukt had, verwijderd werd. Mijn hart werd weer gereinigd, maar nog steeds ontbrak er iets, innerlijk was ik nog steeds leeg.

Tijdens mijn tijden met God in de morgenuren, begon Hij er mee, mij op verzen uit de Bijbel te wijzen, die ertoe uitnodigen, Zijn aangezicht te zoeken, bijvoorbeeld Jeremia 29,13… “Als ge Mij zoekt, met heel uw hart zoekt, zult ge mij vinden.” Het trof me, dat de reden waarom ik zo leeg was, dat ik uitgehongerd was naar God. Ik werd eveneens getroffen door het feit, dat ik Hem nooit van te voren “met heel mijn hart” gezocht had.

Ik was met heel mijn hart bij de zaak geweest, als het om vriendinnen, een baan, of andere dingen gegaan was, maar ondanks mijn Bijbelkennis had ik nog nooit van mijn leven God zelf gezocht, met alles wat ik had.

Ik had nooit echt geprobeerd, om de Persoon achter de woorden te leren kennen: voor mij was het leven als Christen een grote en glorierijke poging geweest, om van mijn kant alles te doen, om “goed genoeg te zijn,” om God welgevallig te zijn. Dat alles was een leugen.

De Heer toonde me door Bijbelverzen als Joh.5,39-40 steeds weer, dat ik voor het leven dat ik zocht, Hem zelf nodig had: “Gij onderzoekt de schriften in de mening daarin eeuwig leven te vinden, maar juist dezen getuigen over Mij. En toch wilt gij niet tot Mij komen om het leven te vinden.”

Het ging hier over iets dat meer principieel en machtiger was als “seksuele zuiverheid,” om de erkenning, die veel prachtiger was als alleen theorie: ik verlangde ernaar, door de levende God vervult te worden, en Hem te kennen. Ik begon Zijn aangezicht te zoeken met alles wat ik in me had.

Vaak vroeg ik Hem, zich aan mij te openbaren, mij te tonen, wie Hij is, en mij te vullen met het leven en de liefde, die ik zocht. Vaak en vasthoudend viel ik Hem daarmee lastig.

In juni 1999 las ik in de Bijbel de eerste Johannesbrief, die een veelheid van verzen bevat, die over de overweldigende liefde van God voor ons getuigen. Zoals gewoonlijk, als ik iets over de liefde van God las, werd ik zeer depressief….., en ik flapte er uit: “Heer, waarom is het toch, dat telkens als ik over Uw liefde lees, ik depressief word?” Hij antwoordde onmiddellijk met een stille, zachte stem, en de vijf woorden, die Hij zei, troffen mij diep: “Omdat je het niet geloofd.” Ik was gechoqueerd, dat Hij dat zei, maar het was wel de waarheid. Mijn hele leven had de Heer mij telkens weer gezegd: “Ik hou van jou”, maar ik had Hem niet geloofd.

Hij herinnerde mij aan de talloze keren, dat Hij al jaren terug door woorden als “gelieft door de Heer”, tot mij gesproken had, maar ik had hem afgeschermd, omdat ik dacht, dat zulke woorden van liefde onmogelijk voor iemand als mij bestemd zouden zijn.

Ik zag God alleen als boos, koud en op afstand, en ik had Zijn liefde afgewezen, en mij in plaats daarvan aan de lust overgegeven, ondanks dat Hij mij Zijn genade aangeboden had. Ik had Hem in de eerste 36 jaar van mijn leven in het gezicht geslagen, en Hem een leugenaar genoemd, hoewel ik naar de kerk ging, lofliederen zong, bad, en veel in de Bijbel las.

De waarheid, dat God mij ondanks alles wat ik gedaan had, toch liefhad, trof mij in het hart met kracht en verbrak het slot, dat gesloten en verzegeld was, en de Heilige Geest overspoelde mijn hart met liefde, vreugde en vrede. Eindelijk had ik het leven, waar ik in al die jaren in de wellust naar gezocht had, en mijn leven was niet meer hetzelfde.

Sindsdien is het voor mij een vreugde, om anderen te wijzen op de “waanzinnige liefde” van God, zoals Brennan Manning ze noemt. Diegenen die met een seksuele verslaving vechten, bied ik een programma aan, of geef hen het boek ”tien stappen naar vrijheid.”

Natuurlijk zijn er een aantal principes, die we moeten kennen in de strijd, maar de manieren onderscheiden zich van het doel, dat daaruit bestaat, dat God ons met Zijn leven en Zijn liefde vult. Wij zijn allen uniek, en God gaat met ons ieder zijn eigen weg. Mijn opdracht is het, om anderen op de levende God en zijn genade te wijzen, waardoor gebrokenen weer hoop krijgen.

Als wij onze hand naar God reiken, krijgen we seksuele vrijheid, maar als we seksuele vrijheid tot ons doel maken, zullen we dit niet bereiken, want in een formule zit geen kracht, en het ontbreekt ons aan wilskracht, om onze lichamelijke verlangens te overwinnen.

Toen ik in een statistiek zag, dat minstens de helft van alle mannen in de kerk een probleem met porno hebben, was me duidelijk, dat hulp hier dringend noodzakelijk is. In de herfst van het jaar 2000 ben ik in Colorado Springs begonnen met een zelfhulpgroep.

Hij heeft mij naar gevangenissen en andere plaatsen gestuurd om over het thema seksuele verslaving te spreken, en het geeft mij veel vreugde, om hierover te schrijven. Kort geleden bracht de Heer mij samen met Jayson Graves en Rob McIntire, en ik ben nu betrokken bij het radioprogramma Blazing Grace (Losbrandende Genade), dat zich richt op seksuele verslaafdheid.

Velen in de kerk weten niet, hoever seksuele verslaafdheid en porno in hun midden verspreid is, zodat een deel van ons werk ook inhoudt, om kerken vertrouwt te maken met de statistieken, en hulp te bieden bij de oprichting van eigen groepen.

Apathie en stilzwijgen zijn de grootste wapens van de satan in deze oorlog, daarom moeten we moedig de hele waarheid vertellen, antwoorden geven, en de seksueel gebrokenen naar Christus verwijzen. Als we ons op dit gebied als struisvogels gedragen, zullen er nog vele gezinnen aan ten onder gaan, want de wissels daarvoor staan al goed.

De Blazing Grace dienst heeft niet alleen met mannen te maken, hun echtgenoten hebben ook genade, hoop en genezing nodig. Er zijn veel vrouwen, die eveneens met seksuele verslaving vechten, want het is niet alleen een probleem van mannen.

Mijn liefste wens is het, om te zien, dat het lichaam van Christus gereinigd, gesterkt en vervuld wordt met de losbrandende genade van God, zodat wij zout en licht kunnen zijn, zoals God ons bedoeld heeft.